De kosten hangt af van de plaats waar de centrale wordt gebouwd. De grootste kostenpost wordt gevormd door het boren en de constructie van de ondergrondse installaties.
UDG “oogst” onderaardse warmte van 350°C uit stabiele diepe aardlagen (die aan de oppervlakte nog ca. 310°C bedraagt). Deze aardlagen bevinden zich op veel plaatsen op aarde op ongeveer 10.000m diepte. Maar op sommige plaatsen worden deze temperaturen al bereikt op geringere dieptes van bijvoorbeeld 5.000m.
Iedere meter minder boren levert een kostenbesparing op. Dus voorafgaand aan ieder project zal een gedegen bodemonderzoek moeten plaatsvinden. Daarna kunnen de exacte kosten pas worden bepaald.